Johan van der Waal, Programmamanager UMw (Uitwisselingsmechanisme Werk) bij VNG en Fractievoorzitter Culemborg van Nu, over de aanpak van Werkzaak Rivierenland en bestaanszekerheid in het algemeen.
Vanuit zijn rol bij VNG komt hij in heel Nederland bij gemeentes, gemeenschappelijke regeling-organisaties zoals Werkzaak, UWV en ook andere partijen zoals werkgeversorganisaties en uitzendbureaus. “Gemeentes en UWV zijn vanuit de Participatiewet verplicht om hun dienstverlening met elkaar af te stemmen en gegevens uit te wisselen. Het doel hiervan is zo veel mogelijk mensen te laten participeren in de maatschappij op het niveau wat zij aankunnen.”
Participeren kan via werk en als dit niet haalbaar is via een baan met een aanpassing, een baan met loonkostensubsidie, beschut werk of vrijwilligerswerk. Vanuit VNG is het Johans taak om met de 342 gemeentes van Nederland en de GR-organisaties waarin sommige gemeentes samenwerken, en het UWV tot een standaard voor gegevensuitwisseling te komen. “Zo krijg je meer tijd voor de klant en het bespaart kosten.”
Werkzaak Rivierenland opvallend innovatief
Johan van der Waal vindt dat Werkzaak Rivierenland in Nederland een vooruitstrevende positie heeft ingenomen en dat ze een efficiënte aanpak hebben om de problematiek rond mensen die niet participeren op te lossen. “Dat wil niet zeggen dat ze de beste leerling van de klas zijn, maar ze zijn wel opvallend innovatief. Op een aantal terreinen zijn ze voorloper en een voorbeeld voor andere gemeentes en GR-organisaties die ook regelmatig bij hen op bezoek komen.”
Methodisch werken gewoon uitproberen
“Vanuit de VNG zijn wij blij met organisaties die net een stapje verder willen gaan en dingen willen uitproberen. Werkzaak heeft een projectleider gezet op methodisch werken en een onderdeel daarvan zijn de instrumentengids Eva.” Eva is een digitale gids met instrumenten waaruit de werkcoach een selectie kan maken om ontwikkeldoelen te bereiken met een cliënt. Methodisch werken houdt in dat alle cliënten eenzelfde aanpak ontvangen, ongeacht wie hen helpt, en dat maatwerk altijd mogelijk blijft.
Daarnaast waardeert Johan dat verschillende mensen van Werkzaak regelmatig deelnemen aan landelijke overleggen zodat zij hun ervaringen en kennis delen en kennis ophalen. Tenslotte werken zij al langere tijd samen met het UWV.
Gemeenschappelijke aanpak van participatie werkt effectiever
Het voordeel van samenwerken van gemeentes in GR-organisaties is volgens Johan dat er meer bedrijven en dus werkkansen zijn voor de cliënt in een grotere regio dan in één gemeente. Plus dat alle cliënten in die regio dan een gelijke aanpak krijgen. “Daarnaast heb je natuurlijk ook inkoopvoordelen en werk je efficiënter omdat je voor grotere aantallen cliënten dingen standaardiseert. Ik hoor nog bij veel gemeentes dat ze het liever in hun eentje uitvoeren en geen zicht hebben op de kosten van een GR. Daar moet je dan gewoon scherp op zijn, want een gemeenschappelijke aanpak werkt veel effectiever op het behalen van ons doel: participatie.”
Werkgevers ook aan zet
“Waar ik Werkzaak een verbetering gun, en dit geldt ook voor andere gemeentes eigenlijk, is dat werkgevers een beetje meer moeite doen om iemand die bemiddeld is via Werkzaak te begeleiden. Die werknemers hebben wat extra steun nodig. Het komt nog regelmatig voor dat mensen terugvallen en dan weer bij de gemeente terechtkomen. Als je subsidie krijgt als werkgever, biedt dan ook wat extra steun. Werkzaak begeleidt werkgevers hier ook in.”
Bestaanszekerheid en mee kúnnen doen
“Bestaanszekerheid is momenteel een populair woord en het is iets wat wij allemaal al jaren lang willen en aan werken. Een onderdeel hiervan is dat mensen meedoen. Je kunt niet meedoen in de maatschappij als je stress hebt over schulden, geen woning hebt of fysieke of psychische zorg nodig hebt.
Onverdeelde aanpak in plaats van kolommen
Wat in Nederland niet zo goed werkt is dat de aanpak voor mensen die nog niet mee kunnen doen niet integraal is. De hulp die inwoners kunnen krijgen is verdeeld over verschillende kolommen. Die kolommen werken moeilijk samen. Niet omdat ze niet willen, maar omdat ze letterlijk in verschillende gebouwen zitten, verschillende opdrachtgevers hebben, etc. Toch hebben ze allemaal hetzelfde doel: zorgen dat deze mensen participeren en bestaanszekerheid opbouwen. Het is lastig om deze versnippering op te lossen. Je creëert meer perspectief voor de cliënt door een onverdeelde aanpak.”